- lief
- lief1{{/term}}〈het〉1 [iets aangenaams] joy2 [formeel] [geliefde] beloved ⇒ love♦voorbeelden:1 lief en leed met iemand delen • share life's joys and sorrows with someone————————lief2{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [geliefd] dear ⇒ beloved2 [vriendelijk; aangenaam] nice ⇒ sweet3 [mooi] dear ⇒ sweet4 [aanspreekvorm] dear5 [gewenst] fond6 [dierbaar] dear ⇒ treasured♦voorbeelden:1 (maar) mijn lieve kind • (but) my deariemand lief krijgen • come to love someone; 〈verliefd worden ook〉 fall in love with someone2 een lief karakter • a sweet nature, a kind heartzij zijn erg lief voor elkaar • they are very devoted to each otherwees nu eens lief, toe nou • there's a good boy/girl/fellowdat was lief van haar om jou mee te nemen • it was nice of her to take you along3 er lief uitzien • look sweet/lovely4 lieve mensen, willen jullie alsjeblieft niet door mijn tuin lopen • would you please be so kind as to not walk through my garden5 zijn liefste wens • his fondest wishlanger blijven dan (iemand) lief is • overstay one's welcomemeer dan mij lief was • more than I cared forhet gebeurde vaker dan mij lief was • it happened more often than I care to remember6 dat kost een lieve cent • that costs a pretty pennyze heeft er een lief ding voor over om te slagen • she would give her right arm to passde vrijheid is ons boven alles lief • we value freedom above alliets voor lief nemen • put up with something; make do with something 〈bij gebrek aan beter〉tegenslagen voor lief nemen • take the rough with the smoothII 〈bijwoord〉1 [op vriendelijke wijze] sweetly ⇒ nicely2 [gaarne] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 iemand lief aankijken • give someone an affectionate lookze deden lief tegen elkaar • they were (being) very nice to each otherals je het heel lief vraagt dan … • if you ask nicely, then …2 ik deed het net zo lief niet • I'd (just) as soon not do it
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.